..en van Durban naar Maputo
Door: Jinne
Blijf op de hoogte en volg Jinne
12 September 2007 | Nederland, Amsterdam
Daar aangekomen bleken ze ook een blik vol met activiteiten te hebben en met de Sjors en Sjimmie van BIBS gingen we gelijk op een toeristische toer door het stadje. Waarbij S&S dat deden onder het genot van een toetertje. Bij de skiboatclub de eerste hippo’s waargenomen, wij onder het genot van slechts een biertje. Ik wou daarna nog wel een cruisje maken op de rivier om wat extra crocs en hippo’s te spotten. Helaas, al volgeboekt! Door wie dan, vroeg ik me op dat moment af. St Lucia zag er wel toeristisch uit, maar echt veel toeristen had ik niet gezien. Totdat de klok kwart voor drie sloeg en ze van alle hoeken van de straat kwamen. Alsof ik op de set van Michael Jackson’s Thriller was beland. Alleen in plaats van zombies toeristen.
Ze waren overal, terwijl ik voor ik naar Zuid-Afrika trok nog nooit van St Lucia had gehoord. Datzelfde gold voor Tom & Tamara, die ik in de avond weer tegenkwam. Ja, het is maar een klein landje dat Zuid-Afrika.
Dit gebeurde nadat ik in het dorp een cocktail en meerdere shots achterover had geslagen bij het ondergaan van de zon en gebrul van een hippo. Tezamen met een Hollander, Sjors en Wolfgang. Een maffe ski-instructeur die eigenlijk niet meer wist wat hij hier deed. “Just got stuck here and loved it dude.” Met zijn strandbuggy reed hij daarna steeds, ook al wist hij beter, naar het strand om te surfen.
Toen we daar vertrokken was het druk op de straat. Al snel kregen we het vermoeden dat er een nijlpaard rond liep en zo geschiedde. Maf om te zien. Een nijlpaard dat gewoon die hoofdstraat door wandelt om een hapje te eten. St Lucia mag dan zwaar toeristich zijn, dit is toch wel een aardig schouwspel.
Kippenboutjes op de braai en een nightdrive om kameleons te spotten. Zouden we ze eerder zien dan Sjimmie, dan waren de drankjes in de bar op hun kosten. Wij als een bezetene kijken, maar toen kwam Sjimmie met een takkie aanzetten. Waarom? Een piepkleine kameleon zat wel prima op die tak. Erg schattig, vooral toen hij van de tak naar mijn hand ging. Later kwam hij ook met wat grotere op de proppen. Mooie beestjes.
s’Avonds bij de buren langs voor een drankje. Daar wat reizigers van Shoestring ontmoet, wat vreemd voelde. Die vonden het allemaal prima geregeld tot nu toe, bang voor het wat rommelige echte Afrika. Terwijl ik daar nu juist meer op zoek was. Dat terwijl ik 2 jaar geleden nog zelf aan die tafel had kunnen zitten. Wel niet te laat naar bed, want de volgende morgen weer vroeg op.
Ik iets voor zessen, maar mijn dormgenoten al voor 5 uur. Daardoor weer een brak nachtje en ook nog eens een minder geslaagde reden om eruit te komen. Hoopte wat dolfijnen en walvissen van dichtbij te zien op de Ocean Adventure, maar het enige wat ik kreeg een bak zeewater in mijn gezicht. Op de vroege ochtend had ik daar geen trek. Ook erg fijn met een camera in de zak van mijn waterdoorlatende jas, maar hij leefde nog.
Een goed ontbijt en lunch en ik was de zoute hap op de boot weer vergeten. Tijd voor een nieuwe boottocht. Eente in rustiger vaarwater en een met meer kans op het spotten van dieren van dichtbij. Bij de nijlpaarden bleven we nog iets te ver weg voor een goed shot met mijn 3x optische zoomcamera, de krokodillen hadden geen probleem met pottenkijkers dicht op hun staart.
Na twee nachten St Lucia had ik het daar wel weer gehad. Met een goeie morgen kan ik straks ook in Nederland wel weer begroet worden. 10000 KM van huis heb ik zo toch meer het gevoel dat ik me in het Benidorm van Zuid-Afrika bevindt.Thnx, but no thnx.
Iedereen die met de BazBus meeging, ging ook naar Swaziland en allemaal naar dezelfde BP. Eindelijk dus trok ik dus eens met dezelfde mensen een kant op. Waren geen onprettige mensen, dus ik vond het prima. In Swaziland kwamen we precies op tijd voor een typische hap uit Swaziland. Maispap met wat groente, stoofvlees en een salade. Niet iedereen vond het lekker, maar ik. Ik vond het goed te eten.
s’Avonds voor nop laten zien dat ik er nog steeds geen bal van kon bij het poolen, werd afgeslacht bij het tafeltennis en keek vol verbazing naar onze parkwachters annex barmannen. Strak in het uniform, broek diep in de kistjes, slechts gewapend met een glimlach en een paar woorden Engels. Ok, eentje had ook de gave om tijdens het poolen iedere bal voor mij te snookeren. Bastard!
Iedereen in de dorm was de volgende ochtend vroeg wakker. Zo vroeg dat ik onraad rook en dacht dat het al baie laat was, maar het was net 7 uur geweest. Ontbijtje met eieren van de braai en een bezoek aan Mbabane om mijn visum voor Mocambique te halen. Zo beleefden ook de taxibusjes van Swaziland hun vuurdoop. Dacht eerst in Mbabane de ambassade op eigen houtje wel te kunnen vinden, maar dat was fout gedacht. Zelfs de plaatselijke VVV bleek al moeilijk genoeg, maar eind goed al goed. Een flinke wandeling net buiten de stad en ik was er.
Weinig problemen daar om het visum te krijgen, buiten de vooraf al gemelde wachttijd. Slechts een komisch moment bij het maken van de pasfotos. Geen hokje waar je op een krukje wacht tot de machine het werk doet. Nee, een boom met daarop een blauw stuf stof getimmerd buiten. Gemaakt op de lengte van de Swazilander. Voor de Nederlander betekende het even door de knieen om een geheel blauw vlak achter mijn koppie te hebben.
Met de Kiwi van Sondzela (die ook een visum nodig had) teruggekeerd op dat zelfde Sondzela. Weer een avond met pingpong, pool en en nu ook whiskeycokes. Een merci daarvoor naar Franse Vincent, die Zuid-Afrika doorreisde gebruik makend van het openbaar of de ouderwetse duim langs de weg. Respect, ik zou het zelf niet kunnen.
De volgende dag wist ik niet echt wat te doen. Ik had met in eerste instantie opgegeven voor een quadtour, maar door te weinig deelnemers (ik was enige) ging dat niet door. Toen een andere gast besloot naar Manzini te gaan, besloot ik maar mee te gaan. Had wat geld nodig en wilde even mijn mail checken. Vreemde gast was het. Op vakantie, maar ging iedere dag eigenlijk wel naar Manzini om wat kleren te kopen en voor de rest niks. Hij zag er wel goed gekleed uit, dat wel.
Terug in Sondzela een bezoek gebracht aan het basecamp om het wilde leven van wat dichterbij te bekijken en op de foto te zetten. s’Avonds werd hetzelfde gedaan met onze barmannen/parkwachters.
Zaterdag volgde de tocht naar Maputo, Mocambique. Ik zag het niet helemaal zitten om alleen te gaan, dus besloot ik met de Kiwi af te spreken. Het was wel even wachten de ochtend op de Kiwi, want die sliep lekker in zijn tentje buiten en kon daardoor wel enigszins uitslapen. In tegenstelling tot…
Met de taxi naar Manzini, want om nou met mijn koffer in een taxibusje gepropt te worden. Daar hadden we geen zin in, zeker ik niet. De taxi kwam wat laat, maar het bleek makkelijk onderhandelen. Van 150 Rand wisten we 60 Rand te maken. Geen verkeerde prijs voor een rit van een half uur. Ook al begon ik het zelfs een beetje zielig voor hem te vinden. Echter na zo’n lange tijd in Afrika draai je de knop om en moet je gewoon op alles afdingen. Ook al is de prijs is nog zo laag. Met dit soort prijzen kan ik me trouwens niet voorstellen dat ik in Nederland ooit nog eens met een taxi ga. Voor 6 Euro kom ik hier thuis volgens mij niet eens de straat uit.
In Manzini verwachtte ik een taxibusje dat ons naar Maputo zou brengen, maar het werd een bus. Met aanhanger ook nog, voor 10 Rand extra hoefde ik zodoende niet de koffer op mijn schoot te dragen. Weg ermee! Ruzie in de KFC waar ik als niet-klant niet naar de WC mocht, zelfs niet middels wat onderhandse Randen. Nee, regel was regel. Waardoor ik even uit mijn slof klapte (Fuck you!), tegen die waarschijnlijk normaliter aardige vrouw. Gelukkig hoefde ik niet te nodig naar de wc.
In de bus werd wel duidelijk wat er een stuk goedkoper was in Swaziland. Iedereen had wel een traytje eieren bij zich. Al snel een lekke band, iedereen helpt mee. En niet zo zeer de lekke band eraf halen blijkt een probleem, het is meer het reservewiel dat er maar niet afwilde.
In Mocambique krijgt het begrip “potholes” weer een hele andere dimensie. We slingeren van de ene naar de andere kant van de weg om er maar zo veel mogelijk te ontwijken. En dan ook opletten voor tegenliggers, want die rijden er ook nog steeds.
Reistijd viel mee en om half 5 kwamen we aan in Maputo. Opnieuw geen denderde stad, maar door dat Portugees had het uiteindelijk toch wel wat. Niet dat het betekende dat ik er lang wilde blijven, zeker niet toen bleek dat de volgende ochtend er een bus ging naar het paradijsje genaamd Tofo. Die vertrok wel om half 6 s’ochtends, maar ja..een zondag in de stad. Dan maar vroeg opstaan. Samen met Tom & Tamara, want ja zij waren er gewoon ook weer. Vervelend? Nee, zeker niet.
Die avond aan lopen klooien met de menukaart. Ik wilde garnalen, maar ik vond de duurste optie daarvan te duur, dus ik koos voor de garnalen + een soort groente. Ook al werd het mij door de meiden achter de bar niet echt aangeraden, maar ik dacht dat ze me gewoon de duurste aan wilde smeren. Duur, voor Afrikaanse BP begrippen. Echter hun advies bleek wel lief bedoeld te zijn. Een naar niets smakend papje van spinazie en garnalen met rijst werd voor mij neus gezet. Obrigado!
Slecht geslapen, want het was een komen en gaan s’nachts in de dorm en dan ook de volgende morgen merken dat die half 6 weer een Afrikaanse half 6 was. Om half 7 zaten we daar in gepropt en er stond een prachtig weertje met dito strand in het vooruitzicht dus we hielden vol. Gelukkig kon ik na twee uurtjes de stoel van mijn buurman overnemen, want het ijzeren frame van mijn stoeltje begon ik aardig te voelen. Comfortabeler en een beter uitzicht. Palmbomen met kokosnoten en idyllische hutjes langs de weg. Als we hier onverwachts een nachtje zouden stranden, mij best. Hiervoor waren we toch gekomen.
Als we stopten was dat slechts om de lokale handelaars weer te spekken. Daar kwamen ze dan weer aangerend met hun blikjes cola, broodjes, cashewnoten, koekies (in Mocambique iig geen woord met een dubbele betekenis), chips, etc. Ik vond het altijd weer prachtig als ze aan kwamen rennen, waardoor ze dachten: “Die blonde, die wil zekers wat!”
Die dag wilde ik alleen het strand. Het strand dat rond 1 in zicht kwam. De spullen in een van de idyllissche hutjes ter plaatse in Bamboozi gegooid, zwembroekje aan, handdoekje op het strand en het water in! Hier geen schrikreactie na de eerste aanraking met het water. Nee, het water was baie lekker! Als het water in PE zo lekker was als in Tofo was ik er daar in de winter wel vaker nog in gesprongen.
De zon scheen fel, blij dat ik mijn Zwitsal niet in PE heb achtergelaten. Ik smeer me dus sinds lange tijd weer lekker in. Het zou toch wat zijn anders. Op de eerste dag van mijn verblijf in Zuidelijk Afrika verbranden en ook nog eens aan het einde in winters Mocambique. Als dit al winter is, wat brengt de zomer dan? Eigenlijk wel blij dat ik er nu was. Zeker nu de ugge, ugge, ugge muggen er niet in grote getalen zijn.
Met Tom lekker gebald op het strand tegen de locals. Dikke pot, waar ik de Romario voorin was en Tom de Ronaldinho die mij vaak de pasjes gaf en de andere jochies de nodige panna’s. Al werden die niet met zoveel gejuich ontvangen als die door mijn benen.
s’Avonds garnaaltjes die er na een dag zonder lunch goed ingingen. Vele drankjes in Dino’s bar, een val van de trap daar met een mooi litteken als gevolg en een prachtige sterrenhemel op de terugweg op het strand. Man, ik kon daar wel uren naar blijven kijken. Met daarbij die soundtrack van de oceaan. In Bamboozi nog tot sluitingstijd in die bar gebleven, wat ook gelijk betekende dat alle electriciteit uitging. Prachtig dat ze naar An Inconvenient Truth van Al Gore hebben gekeken, maar ik zag toen geen reet meer. Na de driehoek onder mijn knie vond ik het nu al mooi dat ik de hut zonder kleerscheuren wist te halen.
Volgende ochtend:
· Duik in het water
· Ontbijtje
· Wandeling op het strand
Me ingesteld op een rustig dagje tot ik Tamara tegenkwam, die vroeg of ik meeging op de Ocean Safari. Ik dacht eerlijk gezegd dat die al vol zat voor de dag, want het is een van de Unique Selling Points van Tofo, maar ik had gelijk. Die dag waren we maar met een klein groepje, 5 man op precies te zijn. Tom, Tamara, ik, een Deen en een Amerikaan. Dat betekende goed de ruimte straks bij het snorkelen met de walvishaaien!
Had er zin in, maar ik was ook wel een tikkeltje angstig. Ze staan dan wel te boek als tamme beesten, ze zijn wel allejezus groot en onder water zijn zij toch in het voordeel. Eerst maar een beetje naast ze zwemmen dan om ze later pas diep in de ogen te kijken.
De boottocht begon met wat verlegen dolfijnen (normaal zijn die beesten het nooit en nu…blijft mooi) om daarna rond te speuren naar de walvishaai. Mezelf afvragend hoe ik ze nou moest spotten. Het zijn immers gewoon vissen (de grootste van allemaal) en hoeven derhalve niet boven water te komen om wat lucht te happen.
En toen stopte de boot. Ik keek naar het water en zag toen hoe je ze moest spotten: een grote schaduw bewoog zich voort in het water. De Deen en de Amerikaan lieten zich subiet de oceaan in glijden, de Hollanders moesten de gedachte even laten bezinken. Floep het water in, waar bleek dat die walvishaai een stuk sneller was dan gedacht, ondanks zijn logge postuur. Snorkelen, snorkelen, zwemmen, zwemmen. “Wat zie ik daar nou? Is dat een flipper of dat de staart van…? Het is de staart van, damn!” Nu ik het hier weer opschrijf heb ik weer hetzelfde gevoel als toen. Tijd om te genieten was er nog niet, want hij zwom gewoon weer weg.
De boot in om uit te hijgen en toen weer terug het water toen hij weer wat dichterbij was. Ik had echter nog wat walvishaaienvrees, dus verder dan zijn zij kwam ik nog niet. Even verder varen en hup daar was de volgende. Nu wel gelijk het water in, zonder te kijken waar hij nou precies zat. “Waar is ie nou? Ooh, hallloo! Vind je het goed als ik even iets na de zijkant ga, want je hebt wel een erg groot bekkie.”
Zo volgde er nog wel een paar en iedere keer weer terug in de boot, als dat lukte want het werd zwaarder en zwaarder, hoefde je elkaar maar aan te kijken om de ‘wauw’ in ieders ogen te zien. “Awesome” zei de Amerikaan wel vaker in Tofo, maar nu was ik her roerend met hem eens. “I can do this all day”
Alsof het niet alles kwam er ook een echte walvis buurten. Bijna iets teveel van het goede zo die fucking Ocean Safari. Die dag raakten we er ook niet over uitgepraat.
Een overdosis calamari die avond dankzij de clamaristeak als avondkos. Meeste peepz gingen vroeg naar bed, dus voor mij de gelegenheid om mijn dagboek weer bij te houden. Ware het niet dat iedereen wel wilde weten waar ik mee bezig was. “Wat doe je daar? Research voor school? Schrijf je dit, wat nu gebeurt ook op? “ Toen dat gezegd werd moest ik wel.
Dinsdag was het geld trekken in Imhambane. Tofo had namelijk geen ATM. In het taxibusje richting die kant stapte er nog een vrouw met bekend shirt in. Echter voordat ik rood/grijze shirt met TPG logo op de foto kon zetten, was ze al weer verdwenen.
Inhambane had wel wat gezelligs. Dat Latijnse sfeertje, mooi uitzicht over het water en grote markt, waar alles verkocht werd wat je ook in de supermarkt kan vinden. Simpel weg omdat die supermarkt er in de meeste dorpen niet is. Je koopt je spullen allemaal op straat. Misschien een broodje bij de bakker en een fles bier bij de slijter, maar dan houdt het wel op.
Een markt die veel goedkoper bleek dan die in Tofo. Helaas wilde en moest ik afdingen op enkele presentjes voor thuis. Presentjes die nu nog steeds op de markt liggen daar. Gelukkig vond ik later in Tofo, PE en Kaapstad voor iets meer geld wel leuke shit.
Ik was eerder vertrokken uit Tofo dan Tom & Tamara, maar tuurlijk kwam ik ze weer tegen. Zonder centen, want hun eerste poging om geld te pinnen was op niets uitgelopen. Daarom een prima smakend cappuccinootje op mijn kosten. Nog wat over de markt geslenterd, een bruin biertje op en terug naar huis en vroeg naar bed.
Laatste dag was relaxen. Beetje volleyballen op het strand, naar de markt om spullen voor thuis te komen en letterlijk uitgekleed te worden door de marktkoopmannen en de kids. Ik had laatstgenoemden beloofd om op mijn laatste dag nog wat armbandjes van ze te kopen. s’Avonds afgesloten met een pizzabuffet. As much as you can eat pizza! Met een busvol Italianen als perfecte dekmantel om Hollanders lekker met anderen mee te eten. Hehe. Die afkomst verloochenen we niet.
Bar bleef lekker bruizen, ik moest echter vroeg naar bed. 4 uur s’ochtends ging de bus weer terug naar Maputo. Zelf bij het wakker worden was het nog rumoerig boven, maar net toen ik dacht: “Lekker, kan ik nog even in het licht naar de wc” trokken ze de stekker er weer uit.
Zo liep ik dus om half vier s’nachts over het strand met mijn koffertje. Had wel wat, zeker doordat het wieletje op het strand wel lekker rolde. Anders had ik voor die ene keer wel echt een rugzak gewenst. Verplichte lekke banden op de rit naar Maputo, waardoor het uiteindelijk bijna tien uur duurde voordat we er waren. Met twee Nederlandse meiden de busreis voor de dag erna geboekt en de rest van de dag even chillen en lekker vroeg naar bed.
(Het laatste verplichte stukje Zuid-Afrika zit bij de laatste foto's)
-
13 September 2007 - 06:36
Ria R.:
Mijn hemel wat een schrijfwaterval.
Ria
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley