Van Durban Bluff tot Durban - Reisverslag uit Amsterdam, Nederland van Jinne Lips - WaarBenJij.nu Van Durban Bluff tot Durban - Reisverslag uit Amsterdam, Nederland van Jinne Lips - WaarBenJij.nu

Van Durban Bluff tot Durban

Door: Jinne

Blijf op de hoogte en volg Jinne

10 September 2007 | Nederland, Amsterdam

…continues.

"Een korte rit met de auto, een lange zit voor de lezer."

Blij dat ik de stad weer uit ging, terug richting Afrikaans land. Eerst nog langs Pietermaritzburg, dat in de volksmond ook wel Maritzburg wordt genoemd, maar daarna kwamen toch echt de bergen opzetten. Eerst zat ik nog te twijfelen of ik ook richting die kant op ging of dat ik aan de kust zou blijven, maar eenmaal aangekomen bij het Amphitheatre was ik baie blij dat ik de keuze had gemaakt. Man, wat een uitzicht had je daar vanuit de BP!

Ik had me eerst bedacht om slechts een dag daar te blijven. Wat kiekjes nemend van dat theater in de verte. Echter toen de baas des huizes vertelde dat je echt wat moest ondernemen om van al het schoon te genieten en hij mij de mogelijkheden liet zien, was ik snel overtuigd. Twee nachten extra voor mij en dan maar geen Zuidelijk Drakensberg deze keer.

Eerste dag was winderig, alsof ik weer teruggekeerd was in PE. Alleen was het ook nog eens stervenskoud. Ik moest echt bijna in de open haard gaan liggen om het warm te hebben. Voor eventjes wel cool, ik bedoel warm, maar het was een tikkeltje aso, want er waren wel meer gasten die in de open haard wilden liggen. Een vroege gang naar bed (weer) derhalve, lekker onder de warme dekens.

Om diezelfde avond en volgende morgen tot de conclusie te komen dat ik één dorm sliep met 6 Amerikaanse tienermeisjes. Ganz geil! Dat zou Thomas gezegd hebben bij deze conclusie. Thomas die het tienerdaten pas net achter zich heeft gelaten hier in Zuid-Afrika. Dory wordt gelukkig al snel 20.

Deze meiden waren echter iets te jong. Mijn naam is namelijk nog steeds Jinne Lips en niet Karel Noten. Meiden die het bovendien het ook al heel wat vonden dat ze eindelijk wat biertjes mochten drinken zonder dat iemand om hun ID vroeg. Waar mijn groep de volgende dag tijdens de Lesotho tour slechts wat slokjes namen van het plaatselijke bier, hebben zij zeer waarschijnlijk de hele emmer leeggezopen. Ze waren immers zo trots als een pauw die dag. “The Lesotho beer was good! How many percent was that?” Vroegen ze aan een van de jongens die ook mee waren. Een jongen die als enige wel 18 leek, maar daardoor ook de indruk gaf dat ie twee keer of zo was blijven zitten.

De woensdagochtend was het vroeg op staan. De toer naar Lesotho behelste namelijk een hele dag. Lichtelijk haasten met het ontbijt, vergeten dat het een Afrikaanse 8 uur was dat we zouden vertrekken. Op zich was de rit naar Lesotho als mooi, maar toen we eenmaal de grens overgingen… Een vredig paradijsje, waarbij je het gevoel kreeg dat alles wat in de rest van de wereld speelt een beetje aan hun voorbij is gegaan.

En dan nog te bedenken dat het er in de zomer nog mooier uitziet. Als alles groen is en de overvloedige regenval ook de nodige rivieren en watervallen oplevert.

Eerst een bezoek aan een school gebracht. Kleine kids die moesten wat stoel, tafel en bank in het Engels waren. De ouderen moesten leren waarom de koning van Lesotho nou zo’n grote meneer is, wat zijn volledige naam, wat zijn beste skills zijn, etc.. We lieten de kinderen even achter ons om wat hoger op rotstekekingen te checken en onze lunch weg te werken, zodat bij terugkomst we klaren waren voor een pot voetbal.

We moesten het wel met de kleintjes doen, want de oudsten waren bezig met elkaar (en de transferdeadline was al verstreken) en de meiden waren aan het korfballen. Da’s niet gemengd hier. Weet je gelijk de reden waarom Lesotho het op mondiaal niveau altijd zo heeft laten afweten tot nu toe. Dus op naar het bijveldje om ze eens goed in te pakken. We startten goed, physiek leken ze niet opgewassen tegen de kaaskoppies (ik was niet de enige Nederlander). Echter ik weet niet wat het was (overmoedig, de hoogte of gewoon een briljante keeper/spits), maar daarna verloren we de greep over de wedstrijd. Uiteindelijk toch met een een goaltje verschil de wedstrijd binnen gehaald. Naam van de keeper/spits staat in het boekje en zal bij terugkomst in NL naar Martin van Geel gemaild worden. Al is het niet te hopen dat ie ondertussen ook niet door PSV/Chelsea pedo Piet de Visser is gespot.

In the winning mood op naar een traditionele kruidenheks a.k.a. Sangoma om haar verhaal aan te horen. Een heksje die niet haar kennis heeft vernomen dankzij jarenlange studie, maar via haar dromen. Daarin vertellen haar voorouders immers hoe ze het allemaal aan moet pakken. Ik had er al een paar gezien aan de Wild Coast, dus ik verwachtte een gelijksoortig verhaal te horen. Not!

Een leraar van het schooltje die was meegegaan als tolk begon namelijk een inleidend verhaal te vertellen tot hij opeens stopte. De Sangoma kwam toen binnen en hij raakte in een soort trance, dus ik dacht: ‘Het hoort erbij”. Dat was was verre van waar, want het was een epyleptische aanval. Gelukkig maar dat hij deze en de daarop volgende allemaal in dat hutje kreeg in het bijzijn van de Sangoma en twee toekomstige dokters, want ik had er niet aan moeten denken als het ergens anders was gebeurd. Na de tweede aanval besloot ook de gros van de groep het hutje te verlaten, het wordt toch iets te.

Onze leraar, tolk en gids wou gelijk weer aan de slag, maar onze dokters in spe zagen dat liever niet. Het weerhield Lucky er niet van om er toch een op te steken en met ons verder te gaan. Was niet echt een fijne gedachte, bang dat ik was dat hij in het busje weer een aanval zou krijgen. Toen we hem thuis konden droppen zorgde bij mij dan ook voor een grote opluchting. Na een hap maispap met wilde spinazie konden wij ook weer naar ‘huis’. s’Avonds met de andere Nederlanders van een pilsje genoten en een potje pesten. Was al bijna vergeten hoe dat ook alweer ging. Zo gewend aan het pokeren nu. Weerhield me niet om als beste uit de strijd te komen.

Ik bleef die avond iets te lang aan de bar hangen, waardoor ik de volgende morgen super gaar was. Dat terwijl ik me wederom had ingeschreven voor een fikse onderneming. Gelukkig duurde het even voordat we met het busje bij het begin van het wandelpad aankwamen, dus eenmaal aangekomen was ik weer opgeknapt. Begin liep lekker, maar door de hoogte en het stijgingspercentage hadden we al snel een break nodig. Truien en jassen gingen uit, want de zon scheen ook behoorlijk. Wat ook te zien was bij terugkomst in de spiegel.

In het begin was het wandelen, na een uur het pad af en klimmen geblazen. Als echte geiten naar boven. Lekkere inspanning, handen en voeten nodig om steeds weer een stukje hoger te komen. De beloning boven echter was meer dan voldoende. Hetzelfde gold voor de afstand die ik hield van de rand. “Fucking amazing” was het. Zelfs ook bleek dat wij snelle klimgeiten van het verkeerde uitzicht aan het genieten waren.

Genoten van de lunch en van mijn stekkie, dat genoeg meters verwijderd was van de afgrond. Nee, sinds de bungeejump is mijn hoogtevrees niet minder geworden. Ik zou eerder zeggen dat het erger is geworden. En ik wist dat we nog twee ijzeren ladders af moesten dalen om weer naar beneden te komen. Iets waar ik steeds meer tegen op zag. Gelukkig trokken we eerst weer de vallei in, zodat ik niet weer meters diep naar beneden kon kijken. Helaas ging de tocht ook weer een stukje omhoog, want een bezoek aan de droge waterval was ook verplicht.

Onze gids hielp de natuur een handje en creeerde een kleine waterval, te klein voor mij om er een Kodakmoment van te maken. Zo kwamen we steeds dichterbij het moment waar ik de hele dag tegen aan liep te hik(k)en: de ladders. Bij de eerste van 15 meter was het leed en eindpunt nog te overzien, maar bij ladder 2… Toen een Ierse meid bij die ladder ook voor de hulplijn ging, sloot ik me daar snel bij aan. Dan maar een touw om me middel, maar zo wist ik wel dat me niets kon gebeuren.

Uiteindelijk had ik dit verslag ook wel kunnen schrijven zonder die hulplijn, maar het was fijn dat ie er toch was. Desondanks stond ik beneden toch wel even te trillen en moest ik me bij de wandeling goed op het pad concentreren, maar de rest van de groep was trots op me. Met die hoogtevrees van mij sowieso deze tocht maken… Terug naar het busje ging soepeltjes, om daarin even lekker languit te gaan zitten.

In de dorm gebruik gemaakt van een Amerikaan vrij moment om een goeie warme douche te pakken. Alleen was daarna alles stijf. In de bar alleen maar op de bank gezeten, zelfs voor het dinner hoefde ik er niet af. Telepathisch vermogen in de kombuis. Die ook wel zagen dat opstaan iets te veel voor me was.

Vroeg naar bed en de volgende ochtend lekker rustig aan gedaan. Moest toch wachten op de BazBus die me weer terug naar Durban zou brengen. Genietend van de zon, op een van de stoeltjes die de blits wisten te maken op een van mijn foto’s. Pas bij het ontwaren van de BazBus sprong ik uit die stoel en maakte de gang richting receptie. Het bleek echter de BazBus richting Joburg te zijn. Receptie werd dus de bar en wachtend op een colaatje daar zag ik opeens een bekend petje met gezicht eronder: TOM! Hij kon natuurlijk niet achterblijven na de ontmoeting met Toon in PSJ. Na kort overleg besloot hij echter met Tamara iets meer richting Amphitheatre te gaan, om de volgende morgen niet te veel te hoeven rijden. Het gemak van een eigen auto. Tot ziens! Terug naar de grote stad voor mij.

Eerste opties qua BP’s zaten vol, dus werd het Nomad’s. Zij hadden wel een plekje voor me vrij. Ter plaatse waren wel een paar coole gasten. Waarmee ik de 1ste avond aan de bar gezeten heb en mee heb gepooled. Iets wat ik de volgende dagen nog vaker zou doen. Soms met succes, maar veel vaker zonder. Qua tijd kregen we zeker waar voor ons geld en de witte bal is er volgens mij vaker in gegaan dan een van de gekleurde ballen.

Nacht in de dorm was muf, slechts een wollen deken en een vent die verschrikkelijk aan het zagen was in bed. Mijn hemel (of ‘Oh jinne’, zoals ze hier zouden zeggen). En ook in de ochtend bleef ie doorgaan, waardoor even lekker blijven liggen er ook niet in zat.

Met die gasten van de avond ervoor de stad ingetrokken. Op zich wel een fijn gevoel met een paar man, want Durban staat toch bekend als gevaarlijke stad. Op het strand gezeten, een burgertje gescoord (slowfood van Steerz) en tot de conclusie gekomen dat je voor de architectuur niet naar Durban hoeft. Betonnen en bakstenen troep. Just a big city, nothing special. Slechts een flex tentje op het strand, met jacuzzi, die het hier op een zonnige dag wel plezierig kan maken.

Op de terugweg wilden we nog wat natuurschoon bewonderen en stapten we uit bij de Botanic Gardens. Helaas, gesloten. Wederom een avond in de BP: smerige vegetarische burgers, slechte films en weer door het stof bij het poolen.

Zagen, zagen, wiede wiede wagen. Na wederom een vroege wake-up zaag besloten richting Ushaka te trekken. Een aquarium met daarbij ook dolfijnen en zeehondenshows. Een betere versie van Bayworld dus. In mijn eentje voelde ik wel iets minder safe en ik was de kaart met daarop de no-go areas van Durban vergeten. Derhalve liep ik dus ook het laaste stuk langs South Beach. Hoogbouw, aan mijn rechterhand die me de stuipen op het lijf joeg en aan mijn linkerhand een promenade vol met zwervers. Dat betekende dat ik mijn beste pokerface opzette, met een glimlach van “mij gebeurt hier niets, het ziet er heel normaal uit hier”. Al gaf zijn zo’n promenade vol zwervers ook wel een veilig gevoel. Soort van sociale controle onder elkaar. ‘Deze blanke rijkaard is voor geen van ons allen’.

Ushaka bleek niet alleen aquarium te zijn, maar ook een hele shoppingvillage. Kaapstad heeft de Waterfront, PE heeft de Boardwalk en Durban heeft Ushaka. Gelunched, aquarium bezocht en daar tot sluitingstijd uitgehouden. Me wel verbaast, of eigenlijk weer niet over de verhoudingen in de zeehondenshow. Blanke was de agent, zwarte de boef.

s’Avonds een bord sushi en een taxichaffeur die de weg naar Nomad’s niet wist te vinden. En ondertussen tikte de meter maar door, mezelf afvragend of de prijs die we hadden afgesproken nog wel gelde of niet. Waardoor ik het vertrouwen in de Durbanner zou verliezen, zeker de taxichaffeur. Ik had immers eerst een ander gevraagd hoeveel het mocht kosten, maar die bleek bij navraag van deze chaffeur me niet eens meer te kennen. Gelukkig bleek deze me na een lange omweg niet te naaien, waardoor ik voor 6 Euro toch klaar was.

Ik hoorde btw nog een vreemd verhaal in Nomad’s. Buiten het feit dat een baviaan een jong Springbokkie binnenste buiten kan trekken doet hij dit met zichzelf in zekere zin ook. Schiet een kogel door zijn buik en in zijn laatste ademstoten trekt hij dan het hele zaakie eruit en vult het op met stenen. Ik weet het, staat waarschijnlijk al lang in geuren en kleuren op YouTube, maar toen klonk het best vaag en cool tegelijk.

To be continued again...

  • 10 September 2007 - 21:24

    Johan Boer:

    die laatste alinea moet je m nog maar een keer mondeling en nog plastischer uitleggen...!

  • 12 September 2007 - 11:29

    Ria R.:

    Eindelijk de tijd genomen om jouw laatste reisverslag te lezen. Maar goed ook want dat is me een end !! Maar al met al weer uitgebreid en clear.Nu de foto's nog bekijken. Toi, toi Ria

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: Nederland, Amsterdam

Mijn eerste reis

Recente Reisverslagen:

12 September 2007

Ciao Suid-Afrika! Tot later..

12 September 2007

..en van Durban naar Maputo

11 September 2007

Fotografisch intermezzo

10 September 2007

Van Durban Bluff tot Durban

05 September 2007

Van PE tot en met Durban Bluff
Jinne

Actief sinds 21 Dec. 2006
Verslag gelezen: 469
Totaal aantal bezoekers 63310

Voorgaande reizen:

05 Februari 2007 - 08 Februari 2007

Mijn eerste reis

Landen bezocht: